In het najaar van 2024 reisde ik namens Jobtraining af naar Roermond om daar de GRIP-training te verzorgen. Drie dagen, drie groepen, en een heel andere omgeving dan mijn dagelijkse werkplek in Amsterdam – dat alleen al maakte het de moeite waard.
De inhoud stond zoals altijd als een huis: we maakten mooie stappen rondom agendabeheer, planning en reflectie. Vooral het bewust stilstaan bij hoe je je tijd eigenlijk gebruikt (en wat je daarin zelf kunt sturen), leverde goede gesprekken op.
Maar als ik terugdenk aan de eerste trainingsdag is het niet alleen de inhoud die blijft hangen.
De sfeer in de groepen was open en betrokken. Het contact met de deelnemers verliep soepel, en er werd flink gelachen – iets wat ik altijd belangrijk vind in een training. Het ging echter vooral om de welbekende Limburgse gastvrijheid: op dag één maakte ik een terloopse opmerking over vlaai tijdens de lunch. ”Die zal ook wel inclusief zijn bij de lunch…”
Niet heel serieus bedoeld. Toch kwamen twee deelnemers na de lunch, nadat ze even de benen hadden gestrekt, binnen met een doos onder hun arm. “Speciaal voor jou,” zeiden ze. Echte Limburgse vlaai. Vers, royaal belegd, en met liefde gehaald.
Zoiets blijft je bij. Niet alleen omdat het lekker was (dat ook), maar vooral omdat het laat zien wat een klein gebaar kan doen in een professionele setting. En eerlijk is eerlijk: een goed gesprek over planning en prioriteiten gaat toch net wat beter met een stukje vlaai erbij.
Omdat het zo lekker was, heb ik zelf op de terugweg naar de trein nog maar 2 stukjes gehaald, voor thuis.

